De letterlijke vertaling van airconditioning is ‘het op de juiste temperatuur en zuiverheid houden van de lucht in een gesloten ruimte’. De installatie die we daarvoor gebruiken wordt ook airconditioning genoemd. Deze installatie bestaat in de basis uit drie delen.
BINNENDEEL
Blaast de gekoelde of verwarmde lucht de ruimte in. Deze lucht wordt aangezogen uit de ruimte zelf. Dus als de airconditioning wordt gebruikt om te koelen onttrekt het binnendeel de warme lucht aan de ruimte, en zorgt ervoor dat er vervolgens koele lucht naar binnen wordt geblazen. De afkoeling vindt plaats door de warme lucht door een koude warmtewisselaar te blazen middels een ventilator.
BUITENDEEL
Geeft de overtollige warmte of koude af aan de buitenlucht en zorgt voor het transport van het zogenaamde koudemiddel. Het koudemiddel is nodig om ervoor te zorgen dat de warmtewisselaar in het binnendeel de lucht kan koelen.
AFSTANDSBEDIENING
Binnendeel en buitendeel werken samen om de temperatuur in een ruimte te beheersen. Het systeem kan worden ingesteld door middel van één afstandsbediening via het binnendeel.
DE BASISWERKING VAN HET BINNENDEEL, HET BUITENDEEL EN DE AFSTANDSBEDIENING IN DETAIL
Binnendeel
Binnendelen zijn er in vele verschijningsvormen. Het bekendst is het wandmodel dat in de ruimte hoog aan de wand wordt gemonteerd. Echter zijn er ook modellen die op de vloer staan, aan het plafond hangen of die geheel of gedeeltelijk ingebouwd worden en daardoor minder zichtbaar zijn. Afhankelijk van de wensen van de gebruiker en de mogelijkheden in de ruimte kan uit een diversiteit aan modellen gekozen worden.
Elk model werkt op dezelfde manier. Het zuigt de lucht aan in de ruimte, draagt warmte of kou uit deze lucht over aan een warmtewisselaar en transporteert deze warmte of kou via een leiding naar het buitendeel. Indien de airconditioning is ingesteld om te koelen zal het gekoelde lucht ‘terugkrijgen’ dat via de uitblaasopening weer de ruimte in geblazen wordt. Indien de airconditioner moet verwarmen zal deze uiteraard de verwarmde lucht uitblazen.
Daarnaast beschikt vrijwel iedere airconditioner over een filtersysteem dat ervoor zorgt dat de gekoelde of verwarmde lucht die uitgeblazen wordt ontdaan is van stof, vervuilende deeltjes en nare luchtjes. De deeltjes worden opgevangen en verzameld in een inwendig filter welke in de meeste gevallen eenvoudig door de gebruiker zelf te reinigen is. Als de airconditioner koelt wordt de lucht ook nog ontvochtigd. Het opgevangen vocht wordt afgevoerd via een apart leidingsysteem dat meestal aangesloten wordt op de regenwaterafvoer.
Buitendeel
Het buitendeel wordt vanzelfsprekend in de buitenruimte opgesteld. Het formaat van het buitendeel is afhankelijk van het benodigde vermogen, wat weer afhankelijk is van de afmeting(en) van de te koelen en/of verwarmen ruimte(n). Hoe groter het gewenste vermogen van het gehele systeem, hoe groter het buitendeel.
Dit deel van de installatie, ook wel de condensingunit genoemd, kan op het dak of tegen de muur worden geplaatst, maar ook op de begane grond, bijvoorbeeld in de tuin of op het balkon. Via leidingen wordt het buitendeel gekoppeld aan het binnendeel. Deze leidingen zorgen voor het transport van het koudemiddel dat de warmte of koude verplaatst. Dit koelproces is omkeerbaar wat ervoor zorgt dat de airconditioner ook kan verwarmen. Daarom wordt een airconditioner ook een warmtepomp genoemd.
Indien de airconditioner verwarmt onttrekt het buitendeel warmte aan de buitenlucht. Zelfs als het buiten vriest kan het buitendeel hieraan nog warmte onttrekken! De verzamelde warmte wordt door de condensor teruggestuurd naar het binnendeel. In het buitendeel bevindt zich ook de compressor, de motor van de airconditioner die ervoor zorgt dat het koudemiddel door de installatie stroomt. Daarnaast beschikt het buitendeel over de benodigde elektronica.
Bediening
Om de airconditioner te bedienen is een bediening nodig. Ook deze zijn in diverse uitvoeringen en verschijningsvormen verkrijgbaar. Bedieningen zijn onder te verdelen in de categorieën bedraad (kastje aan de muur, vergelijkbaar met een vaste thermostaat), infrarood (draadloos) of centraal (netwerkregelingen voor bijvoorbeeld grote gebouwen met een beheersysteem).
Daarnaast zijn er ook verschillende mogelijkheden om de airconditioner via het internet te bedienen, bijvoorbeeld via een (web)applicatie op een tablet of smartphone. Dan kan de airconditioner alvast aangezet worden voor je thuis bent of deze bedienen vanuit een andere ruimte dan die waar het binnendeel hangt.
Elke installatie wordt standaard met een bepaalde bediening geleverd. In een huiselijke omgeving is de airconditioner meestal voorzien van een infrarood bediening, in een zakelijke omgeving (kantoor, winkel, horeca) wordt vaker een bedrade wandbediening gebruikt. Met de afstandsbediening kan uiteraard de temperatuur worden ingesteld maar ook zaken als filtergebruik, extra functies en uitblaaspatroon kunnen met de bediening geregeld worden.
Centrale netwerkregelingen worden meestal toegepast binnen een gebouwbeheersysteem. Zo’n systeem regelt allerlei processen in een groot gebouw, zoals verlichting, liften en ventilatie. Veel van deze regelingen monitoren en beheersen het energieverbruik van de installatie en zorgen ervoor dat de beheerder van het gebouw controle kan houden over de vaak vele binnendelen die in werking zijn in het gebouw.
TYPEN AIRCONDITIONING
Er zijn verschillende soorten typen airconditioners. Zo zijn er aircondioners die 1 of zelfs meer dan 2 ruimtes tegelijk kunnen verwarmen. In het assortiment van TOSHIBA vind je diverse modellen en systemen.
Split airconditioning
De eerste airconditioners bestonden uit één deel, dienden enkel om te koelen en werden gemonteerd in het raamkozijn. Alle functies zoals lucht in- en uitblazen en koelen waren verenigd in dit ene apparaat. Door de evolutie van de techniek, de mogelijkheden en o.a. esthetische wensen werden deze functies van elkaar gescheiden en ondergebracht in twee verschillende delen; het binnendeel en het buitendeel, aan elkaar verbonden middels leidingwerk. Daarom wordt een airconditioner ook wel een split airco genoemd.
Twin, triple of double-twin airconditioners
Als een ruimte te groot is voor de capaciteit die één binnendeel kan leveren kan gekozen worden voor meerdere (maximaal 4), identieke binnendelen in dezelfde ruimte. Deze binnendelen vormen één systeem en zijn dus allen gekoppeld aan één en dezelfde bediening en buitendeel.
Multi-splitsysteem
Indien er sprake is van meerdere ruimten wordt een multi-splitsysteem toegepast. Dan wordt er ook één buitendeel geplaatst maar hier kunnen meerdere, zelfs verschillende binnendelen aan worden gekoppeld (maximaal 5). Deze binnendelen kunnen los van elkaar functioneren en worden ook individueel bediend. Omdat binnen deze installatie verschillende binnendelen gecombineerd kunnen worden kan een wandmodel voor de slaapkamer gekozen worden terwijl op zolder een vloermodel wordt toegepast.
VRF systemen
Als airconditioning voor meer dan 5 ruimten nodig is wordt een VRF systeem geplaatst. VRF staat voor Variable Refrigerant Flow. Dat houdt in dat de hoeveelheid koudemiddel en daarmee de capaciteit binnen het systeem kan variëren. Omdat een VRF systeem toegepast wordt in grote(re) gebouwen waarin meerdere gebruikers en ruimten zijn, moet het systeem voorzien in verschillende koelings- en verwarmingsbehoeften. Een VRF systeem bestaat uit één of meerdere buitendelen in combinatie met meerdere, verschillende binnendelen. Het VRF buitendeel levert het gehele, door alle binnendelen gevraagde vermogen, de binnendelen regelen vervolgens door middel van een eigen zgn. expansieventiel de gevraagde temperatuur in de ruimte.